Futuring in het onderwijs
Het ontwikkelen en onderzoeken van lessen in toekomstdenken in het onderwijs om jongeren hoop te geven en handelingsperspectief in tijden van klimaatverandering.
Jongeren van nu groeien op in een maatschappij waarbij vaak pessimistisch over de toekomst wordt gesproken, met het klimaatvraagstuk als één van de voornaamste aanleidingen. In (sociale) media, op school en misschien ook thuis passeren verhalen over stervende diersoorten, bosbranden, overstromingen en dat dit in de toekomst nog vaker en erger zal voorkomen. Het kan moedeloos, somber of zelfs apathisch maken. Het is daarom belangrijk om met de jongeren in gesprek te gaan over de toekomst – wat verwacht je, en waarom? Hoe zou jouw ideale toekomst eruit zien? Wat kun je zelf doen?
In opdracht van Stichting Technotrend werk ik samen met de Universiteit Utrecht aan futuring in het voortgezet onderwijs; we ontwikkelen werkvormen die de leerlingen verleiden tot toekomstdenken en het verkennen van toekomstscenario’s. Ze ontdekken hoe open de toekomst ligt, welke scenario’s er door anderen zijn ontwikkeld (bv. die van KNMI, Planbureau voor de Leefomgeving en IPCC) en gaan bij zichzelf te rade hoe een ideale toekomst er voor hen eigenlijk uit zou zien. Met de werkvormen stimuleren we creativiteit en verbeeldingskracht, de leerlingen gaan zelf aan de slag om de toekomst (ook met onderzoek naar het verleden) te bouwen.
Met de onderzoekers van Universiteit Utrecht onderzoeken we over één schooljaar de invloed van de futuring didactiek – waarmee ze in de klas aan de slag gaan – op de gevoelde hoop, handelingsperspectief en in welke mate het klimaatvraagstuk onderdeel uitmaakt van hun identiteit (zog. eco-identiteit).
We werken in het project nauw samen met docenten Aardrijkskunde, en geven we hen in workshops & masterclass (train-the-teacher) de kennis en vaardigheden om het toekomstdenken in hun eigen onderwijs in te zetten.
Twee voorbeelden uit de lessen:
-in de Polak Game benoemen de leerlingen middels een positie in het klaslokaal in welke mate ze zich optimistisch/pessimistisch voelen over de toekomst en in welke mate ze een invloed voelen op die toekomst. Het is actief, levert bijzondere gesprekken op en vormt een manier om het klimaatvraagstuk vanuit emotie ipv vanuit het hoofd te bespreken.
-in De Reisgids Van De Toekomst ontwerpen leerlingen in kleine groepjes een toekomstbeeld van een zelfgekozen bestemming in 2050, zoals een grote stad als Amsterdam. Ze doen onderzoek naar trends & ontwikkelingen die nu al te zien zijn, reflecteren op hun ideale, duurzame stad eruit zou zijn en schetsen een tijdlijn waarin ze benoemen welke stappen er tussen nu en 2050 plaatsvinden om te komen tot het toekomstscenario. Ze werken in een zelfgekozen presentatievorm een ‘reisgids’ uit (bv. een website, een papieren gids, een stand op een vakantiebeurs) waarin ze bestemming aan mogelijke bezoekers presenteren; wat eten we, hoe verplaatsen we ons, hoe wonen we, etc. Een creatieve opdracht die onderzoek doen combineert met verbeeldingskracht.